MEER OVER DRIE OKTOBER

 (okt 03)


 

Op 3 oktober wordt er in Leiden Leidens ontzet gevierd, oftewel de bevrijding van de Spanjaarden in 1574.

De Spanjaarden overheersden Nederland en hadden het onder het bewind geplaatst van Ferdinand Alvarez de Toledo, hertog van Alva, de plaatsvervanger van Filips II, die Nederland etc. had geërfd van zijn vader, Karel V. Alva voerde een schrikbewind van orde en tucht, hetgeen niet populair was bij de Nederlanders die waren gewend aan inspraak. Bovendien wilde Philips dat de mensen alleen katholiek mochten zijn en dat viel slecht bij de mensen die vooral hervormd of calvinist waren. Het verzet ontaardde in de tachtigjarige oorlog. Maar een oorlog kostte meestal veel levens en het was uiteraard veel veiliger om de huurlingen een stad te laten omsingelen zodat ze zich uitgehongerd vanzelf zouden overgeven.

Het beleg van Leiden telde twee fasen. In de winter van 1573 was de stad goed voorbereid en tokvol voorraden. In april trok Don Francisco de Valdez, de bevelhebber van het leger, naar de Mokerhei om daar te vechten tegen Lodewijk van Nassau, de broer van Willem van Oranje. Eind mei keerde Valdez echter terug en daar had Leiden niet op gerekend. Ze hadden gefeest in plaats van de voorraden aangevuld. Het beleg werd steeds erger. De stad was overvol en de honger was groot. In juli 1674 brak ook de pest uit en het beleg zou een derde deel van de Leidse bevolking doden, dat waren zo'n zesduizend mensen!

Leiden had een noodbestuur tijdens het beleg, dat bestond uit Johan van der Does, Dirck Bronkhorst, stadssecretaris Jan van Hout en burgemeester Pieter van der Werff. De laatste werd beroemd door de legende, waarbij hij het Leidse volk, dat zich wilde overgeven aanbood om dan maar zijn arm op te eten, maar dat ze moesten volhouden.

Volgens een ander verhaal werd de stad gered door zijn liefje Magdalena Moons. De tweede zouden trouwen na de val van de stad. De hongerige Leidenaars hielden echter veel langer stand dan verwacht en Valdez beraamde een stormloop. Als die er komt, trouw ik niet met je, dreigde Magdalena, die vrienden in de stad had wonen. Het zou in ieder geval verklaren waarom Valdez zo'n geduld had met Leiden.

Of ze later met hem trouwde, is onbekend. Wel huwde zij ene Jan Cues en is er een straat naar haar vernoemd in Leiden.

De watergeuzen stonden onder leiding van Louis Boisot, inderdaad een vlag op een modderschuit. Ze joegen op de Spanjaarden met wrakkige platbodems met tweedehands kanonnen. Gingen deze werkelijk op de vlucht voor hen?

Of waren ze bang voor het opkomende water? In ieder geval zag de dertienjarige Cornelis Joppensz, die een blik naar buiten toe wierp over de ingestortte stadsmuur bij de Koepoort, de fakkels van de Spanjaarden wegtrekken in de richting van Leiderdorp. Bij het eerste ochtendlicht ging hij, waarschijnlijk voor een paar centen, naar de schans te Lammen (nu station Lammeschans) waar hij inderdaad niemand meer aantrof.

Hij waarschuwde zijn stadsgenoten en het kamp werd doorzocht. Gijsbrecht Schaek, vader van een groot gezin, vond de beroemde pot met hutspot. De pot bleef nog eeuwenlang in het bezit van de familie.

De hutspot was gemaakt van pastinaak, een witte peen met een lichte zoete smaak. Dit was vermengd met wortels en uien. Vlees zat er niet in, dat was te duur voor Jan Soldaat. En aardappels waren in die tijd nog onbekend!

En om acht uur in de morgen van 3 oktober komen de Watergeuzen onder bevel van De Boisot met hun vaartuigen via de Vliet de stad binnen en brengen voor de uitgehongerde bevolking o.a. haring en wittebrood mee. Het ontzet is een feit. Het volk stroomt naar de Pieterskerk om God te danken voor de bevrijding van het Spaanse juk. Deze dankdienst is nadien elk jaar opnieuw op 3 oktober in dezelfde kerk gehouden, zelfs gedurende de oorlogsjaren.

Het "wapenfeit" van Leidens Ontzet, waarbij het doorzettingsvermogen van de bevolking en het water de sterkste wapens bleken, was een belangrijke mijlpaal in de strijd om de onafhankelijkheid van de Republiek. Als blijvend monument schonk Prins Willem van Oranje de stad zijn Hogeschool, thans Universiteit, die reeds op 8 februari 1575, vier maanden na het ontzet, werd ingewijd.

Met Boisot liep het overigens slecht af. Na de klus in Leiden trok hij naar het belegerde Zierikzee, maar zijn boot liep aan de grond. Het werd eb en de vijand kwam dichterbij, Boisot sprong overboord en probeerde zwemmend te ontkomen, maar stierf uiteindelijk van uitputting.

Drie oktober bleef altijd gevierd. Ook tijdens de eerste en tweede wereldoorlog werd het niet vergeten, bij de eerste heel sober omdat met onder de indruk was van de verschrikkingen elders in Europa, en bij de tweede heel stiekem omdat de Duitse bezetter niet gecharmeerd was van een feest over de vrijheid. Wel vonden er gedurende die oorlog een traditionele herdenkingsdienst plaats in de Pieterskerk, terwijl de zolder vol zal met onderduikers. In 1944 bulderde dominee Kelder: "Vrijheid is voor geen geld te koop!" vanaf de kansel, de kerk was doodstil inclusief de aanwezige NSB burgemeester De Ruyter van Steveninck en zijn trawanten. En thuis werd uiteraard door iedereen hutspot gegeten, een voor iedereen haalbare verzetsdaad.

Na de oorlog had de kermis er een attractie bij, de zwaar gepantserde auto van Hitler. Het publiek mocht tegen betaling even in de auto zitten, het geld ging naar een goed doel.

Honderd jaar geleden waren er door de burgemeester aangestelde toezichthouders, die het kermisterrein (een omheind gebied waar een toegangsprijs voor betaald moest worden) in de gaten hielden en Leidenaars die teveel gedronken hadden naar huis stuurden.

De Pilgrim fathers maakten rond 1610 kennis met het feest van Leidens ontzet. In 1620 vertrokken ze naar Delfshaven om zich in te schepen op de Mayflower naar Amerika. Na aankomst in Massachusetts organiseerden zij een feest in de herfst van 1621. Gouverneur William Brandford nodigde een naburige indianenstam uit voor een drie dagen durend feest. In de eeuwen daarna schoof de datum van het feest steeds verderop om uiteindelijk gevierd te worden op de vierde dag in november. Dit werd uiteindelijk in 1863 de nationale feestdag in Amerika, Thanksgiving day.

   

TERUG naar MIJN STAMBOMEN