Jan van Leijden

(mrt 09) Naar MIJN STAMBOMEN


 

 

In 1509 werd Jan Beukelszoon geboren. Hij was koopman, trouwde met de weduwe van een schipper en begon een kroeg op het kort Rapenburg, In den witte Lelij geheten. Aldaar kwam hij in contact met de radicale wederdopers, ook wel de Mennonieten genoemd, naar de hervormer Menno Simons. De wederdopers stellen dat kinderen niet gedoopt zouden mogen worden; slechts volwassenen konden hiertoe besluiten, uit vrije wil.

Jan Beukels liet zich opnieuw dopen door de toenmalige leider Jan Matthijs, een man die op zijn beurt door wederdoper Melchior Hoffman gedoopt was.

Jan Matthijs stuurde Jan Beukels naar Munster toe om de wederdopers aldaar te steunen. Al gauw werd hij een belangrijke leider, de wederdopers kregen een meerderheid in de gemeenteraad en Munster werd een van hun bolwerken. De bisschop Frans van Waldeck werd uit de stad verdreven, maar Munster werd al gauw door tegenstanders belegers. Jan Matthijs kwam te hulp, maar kwam om het leven in 1535. Toen was Jan Beukels de belangrijkste leiders van de wederdopers. Hij begon zichzelf koning te noemen en richtte zijn koninkrijk SION op. Omdat hij geloofde dat de ondergang van de wereld nabij was, liet hij alle boeken verbranden, op de bijbel na.

Jan Beukels was tevens een voorstander van veelwijverij en gemeenschap van goederen. Zelf zou hij zeventien vrouwen gehad hebben! Hij stond bekend om zijn mooie praatjes en loze beloftes.

Aan zijn doperrijk kwam een einde toen de troepen van de bisschop de stad innamen. De wederdopers, maar ook aan de Lutheranen, mochten kiezen: terug naar het katholieke geloof of vervolgd worden.

Jan Beukels liet zich niet bekeren en werd in 1536 doodgefolterd. Zijn lichaam werd in een ijzeren kooi opgehangen aan de toren van de Lambertikerk te Munster, in de hoop dat dit iedereen zou afschrikken. Die kooien hangen daar nog steeds.

  De kooien aan de Lambertikerk.


Jan van Leijden heeft zijn naam gegeven aan meerdere uitdrukkingen:

"je ergens met een Jantje van Leiden afmaken" hetgeen betekent dat iemand niet zijn uiterste best doet.

Vroeger bestond ook de uitdrukking: het afleggen met Jan van Leiden, zich met een mooi praatje van iets afmaken. Hieruit heeft zich de tegenwoordige betekenis van 'ontwijkende praatjes' ontwikkeld, die reeds in de 18de op den voorgrond treedt: zo maakt men een aflegger met Jan van Leiden, dat zegt wanneer men iets niet uitleggen wil.

Naast deze zegswijze is ook bekend aflopen met een Jantje van Leiden, d.i. met iets onbeteekenends afloopen, op niets uitloopen, bij Harreb. I, 356 nog: Hij laat het met Jantje van Leiden afloopen; daarna kreeg 'een Jantje van Leiden' de betekenis van een ontwijkend antwoord, een onbeduidend praatje, o.a. Het Volk, 4 Nov. 1913, p. 6 k. 4: De burgemeester maakte er zich in zijn antwoord vrijwel met een Jantje van Leiden af; De Arbeid, 15 Nov. 1913, p. 1 k. 1: Hij maakte zich er af met een Jantje van Leiden. (www.dnbl.nl)

 

 

TERUG naar MIJN STAMBOMEN