VASLAV NIJINSKY

Vaslav Nijinski werd in 1889 in Polen geboren. Zijn ouders waren allebei balletdansers en reisden met hun drie kleine kinderen Stanislav, Vaslav en Bronislava rond om aan de kost te komen.

Toen ze in Rusland waren aangekomen om daar hun geluk te beproeven verliet Nijinski's vader Thomas plotseling het gezin voor een andere vrouw. Zijn moeder moest stoppen met werken om voor de kinderen te zorgen. Ze had weinig geld en ze besloot haar kinderen op te geven voor de Keizerlijke Balletschool in St. Petersburg. Iedereen die voor de Keizerlijke Balletschool werkte, maakte deel uit van de hofhouding van de Russische tsaar. Het was de allerbeste dansopleiding die er bestond, de lessen waren gratis en de leerlingen kregen kost en inwoning. Ze sliepen op grote slaapzalen, maakten lange dagen en er heerste een ijzeren discipline. Meisjes en jongens kregen gescheiden les, woonden gescheiden en werden zelfs in aparte koetsen naar de theaters gereden. Ze mochten alleen samen dansen.

Vaslav was tien jaar bij zijn auditie. Hij was nogal klein en erg verlegen en viel in eerste instantie niet zo op, maar hij maakte zulke geweldige sprongen dat hij toch werd aangenomen. Bij een sprong kwam hij altijd later neer dan anderen. Er werd over hem gezegd dat het leek of hij kon vliegen. Na zijn eindexamen wilden de belangrijkste prima-ballerina's met hem werken en verkeerde hij al snel in de hoogste kringen van St. Petersburg. Daar kwam hij in contact met prins Lvov, met wie hij zijn eerste homoseksuele relatie begon.

Diaghilev
Deze bekende kunstliefhebber was twintig jaar ouder dan Nijinsky en beroemd door de succesvolle grote Russische exposities en concerten die hij in Parijs organiseerde. Hij was zelf geen kunstenaar maar bracht kunstenaars samen waardoor er totaal nieuwe en opzienbarende kunstwerken ontstonden. Diaghilev was een indrukwekkende en dominante man die een inspirerende en richtinggevende invloed had. Tegenwoordig zou men zo iemand een impresario noemen. Zijn stelregel was: "Etonne-moi" (verbaas mij). Altijd was hij op zoek naar jong (nog niet vastgeroest) talent om zijn vernieuwingsdrang te bevredigen Toen hij Nijinsky zag dansen was hij verkocht, in meerdere opzichten.
Diaghilev was op dat moment bezig een gezelschap te formeren met de beste balletdansers, choreografen en musici uit Moskou en St. Petersburg om in het Westen zijn Russische kunsten te vertonen. Nijinsky, een van de uitverkorenen (en tevens zijn minnaar) zorgde ervoor dat zijn zusje Bronislava ook een contract kreeg. In 1909 kwam het reusachtige gezelschap aan in Parijs. De theaters waar gewerkt werd moesten opgeknapt. Er werden nieuwe vloeren gelegd, alles werd opnieuw geschilderd en iedereen die rijk, belangrijk of beroemd was, werd uitgenodigd. De bekendste actrice van die tijd, Sarah Bernardt, schrijver Marcel Proust, de beeldhouwer Rodin, componist Ravel, de schilder Picasso, mode-ontwerpster Coco Chanel, schrijver Jean Cocteau, allemaal waren ze van de partij. Dankzij Diaghilev werden componisten als Moessorgsky, Prokofjev en Rimsky-Korsakov wereldberoemd. En nu waren balletdansers als Tamara Karsavina, Anna Pavlova en Vaslav Nijinsky aan de beurt.
 

Het ballet stond in die tijd niet bepaald in hoog aanzien. Het Europese dansniveau was onrustbarend laag, hoe meer rondborstige vrouwen op het toneel, hoe beter. Mannelijke dansers deden er totaal niet toe, de muziek was mierzoet en er werd wat gerommeld met kartonnen decorstukken. Vandaar dat de Ballets Russes met bijzonder goed getrainde dansers, verassende decors en kostuums en z'n hoogst originele muziek, insloegen als een bom. Nijinsky was op zijn eenentwintigste de ster van het gezelschap.

 

Na de overdonderende successen in Parijs was de rest van Europa aan de beurt. Amerika volgt spoedig. Nijinsky werd wereldberoemd met balletten als Le spectre de la rose en Sheherazade. Legendarisch was zijn rol als de marionet Petroesjka, die in de handen van een louche kermisklant zijn ondergang tegemoet ging. Maar privé ging het minder met hem; verlegen en met een groot minderwaardigheidscomplex klampte hij zich vast aan Diaghilev, terwijl hij tegelijkertijd graag zelfstandig wilde zijn. Hoewel hij als vakman volwassen was, kon hij met zijn kinderlijke driftbuien Diaghilev tot het uiterste drijven.

  

Eigen balletten
Diaghilev, altijd geneigd mensen zichzelf te laten overtreffen, spoorde Nijinsky aan zelf balletten te gaan maken. De vaste choreograaf van het gezelschap, Michel Fokine, was hierover zo boos, dat hij ontslag nam.

Nijinsky ging op zoek naar een totaal nieuwe bewegingstaal en maakte in 1911 L'après-midi d' un faune op muziek van Debussy. Het ballet werd zo tumultueus ontvangen dat Diaghilev besloot het in zijn geheel te herhalen. Een unieke beslissing. Het bijzondere aan het ballet was overigens dat de dans (waarvan sommige critici zeiden dat het geen dans was) een veel lossere relatie tot de muziek had dan ooit tevoren.

Hierna werkte Nijinsky aan Jeux (een spel tussen drie mannen op de tennisbaan, enigszins homoseksueel getint) en vervolgens aan Le sacre du printemps, op nieuwe muziek van Stravinsky. Die was op dat moment, ook dankzij Diaghilev, al wereldberoemd en werd beschouwd als de belangrijkste balletcomponist aller tijden. Le sacre du printemps was een vooruitstrevend project maar de wereld was er nog niet klaar voor. Tijdens de première moest de dirigent het orkest stilleggen en de zaal om rust vragen, zoveel werd er gefloten en gesist. Er gingen zelfs mensen met elkaar op de vuist. Tegenstanders vonden de driftige muziek ongehoord lelijk en de bewegingen barbaars en onbegrijpelijk. Voorstanders vonden het geniaal. Diaghilev Iedereen was het erover eens dat dit nog nooit vertoond was. De enige met wie Nijinski op dat moment zijn revolutionaire artistieke ideeën kon delen is zijn zusje Bronislava, die later zelf een belangrijk choreografe zou worden. 

Op eigen benen
In 1913 vertrok het BALLET RUSSE met de boot naar Zuid-Amerika. Diaghilev bleef in Europa omdat hem ooit was voorspeld dat hij op de dood zal vinden op het water. Aan boord ontmoette Nijinsky de jonge Hongaarse Romola de Pulsky. Zij was in het theater verliefd geworden op Nijinsky (al dacht zij opvallend genoeg dat deze een vrouw was! Later kreeg zij nog een lesbische affaire met de Nederlandse Frederika Dezentje. Het boek Nijinsky dat ze later over haar man schreef, werd aan deze Dezentje opgedragen.) en had zich daarom als een soort 'groupie' aangemeld als figurante voor de massascènes. Ze had weinig talent maar betaalde voor haar eigen engagement en overtocht. Vandaar dat zij ook in de eerste klasse verbleef en daar Vaslav kon ontmoeten. Nu Diaghilev niet in de buurt was, zag ze haar kans schoon en versierde de danser, terwijl ze elkaars taal niet eens spraken Het hele gezelschap was verbijsterd toen het tweetal in Rio de Jameiro besloot te trouwen. Collega Marie Rambert huilt bittere tranen, want ook zij was verliefd.

Zodra Diaghilev het nieuws vernam, kreeg hij een enorme emotionele klap, om vervolgens een telegram te zenden waarin stond dat Nijinsky op staande voet was ontslagen. Nijinsky stond er plotseling alleen voor en dat viel allengs tegen; nu pas bleek hoeveel paden Diaghilev altijd voor de labiele jongeman had geëffend. Ook professioneel lukte het niet om op eigen benen te staan. Hij had gedanst op het hoogste niveau, was zeer kieskeurig en idealistisch en vond nergens aansluiting. Al snel zond hij Diaghilev een brief met het verzoek elkaar te zien, maar deze was nog te gekwetst om te reageren. Nijinsky begreep niets van deze reactie, hij schreef een brief naar Strawinsky met daarin de vraag: waarom gedraagt Sergei zich zo? Strawinsky vond dit ongelooflijk naïef.

Nijinsky richtte een eigen gezelschap op maar dat mislukte jammerlijk, hij was danser, geen manager. Nijinsky was oververmoeid en verlangde naar Rusland maar ze vertrokken eerst naar Hongarije. Romola was zwanger en wilde in haar vaderland bevallen. Dat lukte niet, dochter Kyra werd in Wenen geboren op 19 juni 1814. Vervolgens brak de Eerste Wereldoorlog uit. Omdat Nijinsky Russisch was, werd hij in Hongarije als staatsgevaarlijk beschouwd. Hij kreeg huisarrest en mocht het land niet uit. Het drama was compleet, hij zat gevangen en kon niet dansen, bovendien was de familie van Romola niet erg blij met hem.

Krankzinnig

Ook Diaghilev zat in de problemen en om zijn eigen tournee en het gezelschap van een financiële ondergang te redden stelde hij alles in het werk om Nijinsky vrij te krijgen zodat hij voor hem kan dansen. Bovendien had hij gehoord van de benarde situatie waarin zijn vroegere vriend verkeerde. Hij schakelde zelfs keizer Franz-Jozef en de Paus in, zodat Nijinsky en zijn gezin uiteindelijk toestemming kregen om naar Amerika te vertrekken.

Ook daar was de situatie niet probleemloos. Zijn collega's vonden dat hij zich vreemd gedroeg. Romola was constant op haar hoede, bang dat Nijinsky onrecht werd aangedaan en eiste steeds meer geld. Ze leidden een luxe leven , ontmoetten veel bekende mensen zoals de komiek Charlie Chaplin en de danseres Isadora Duncan en Nijinsky kreeg de opdracht om een nieuw ballet te maken in Amerika. Dat werd Tijl Uilenspiegel en Richard Strauss maakte de muziek. Iedereen vond het een succes maar Nijinsky was ontevreden. De tournee werd een ramp. Er waren financiële problemen. Dansers dreigden met stakingen. Er vonden veel 'ongelukjes' plaats; glasscherven op de dansvloer; zware decorstukken die vielen. Romola zag overal een complot in. Nijinsky liet het steeds vaker afweten. Hij weigerde op te treden, noemde de andere dansers zijn vijanden en verweet ze artistiek onvermogen.
Het onvermijdelijke gebeurde, hij raakte overspannen. Ze huurden in Zwitserland een villa om bij te komen maar het gaat steeds slechter met hem. Hij gaf nog één voorstelling in een groot chique hotel. Hij kwam op en beeldde de verschrikkingen van de oorlog uit, vallend, struikelend, huilend, vloekend en het publiek was zwaar geshockeerd. Het zou zijn laatste publieke optreden zijn.

Gek verklaard
Soms was hij dagenlang stil, dan plotseling weer ontzettend agressief. Hij was vaak alleen en maakt lange wandelingen door de sneeuw. Op straat viel hij mensen lastig als godsdienstwaanzinnige.

Op een dag sloot hij zich op in zijn kamer en begon te schrijven, tien dagen lang, vier schriften vol, in piepkleine, bijna onleesbare lettertjes. Het waren de aantekeningen van een krankzinnige, waarin hij zichzelf God noemde. (Dit (zwaar door Romola gecensureerde) dagboek werd later uitgegeven en is nog de inspiratie van een fraai ballet geworden) De bekende psychiater Bleuler verklaarde hem ongeneeslijk schizofreen en Romola's moeder laat Nijinsky opsluiten in een staatsinrichting, alwaar hij zeer slecht behandeld wordt. Inmiddels werd ook een tweede dochter geboren: Tamara. Of zij werkelijk een dochter van Nijinsky was, werd dikwijls betwijfeld.

Romola haalde haar man uit de inrichting en ging in Parijs wonen. Daar kwam Diaghilev langs om een wanhopige poging te doen zijn vriend uit zijn apathie te halen. Hij vroeg hem zelfs weer om te komen dansen, maar het antwoord was: "Dat kan niet, want ik ben gek."

 Karsavina, Diaghilev en Nijinsky

Het werd er niet beter op. Romola, bezeten om haar man te genezen, reisde met Nijinsky stad en land af, van dokter naar dokter. In 1929 overleed Diaghilev in Venetië. Het Ballets Russes bestond niet meer maar dat werd verzwegen voor Nijinsky, evenals de dood van zijn geliefde moeder. Uiteindelijk kwam hij in een luxe kliniek terecht waar hij tien jaar zou blijven. Romola reisde intussen de wereld af om lezingen over haar man te geven en kreeg een relatie met een Nederlandse vrouw. Ze schreef een boek over hun leven, exposeerde zijn tekeningen en liet een zwaar gecensureerde versie van zijn dagboek publiceren, waar met name de vriendelijke opmerkingen over Diaghilev uit verdwenen waren. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak en de Duitsers alle geestelijk gestoorden uit de weg wilden ruimen, vluchtten ze naar Boedapest.

Na de oorlog konden ze via invloedrijke vrienden aan Britse paspoorten komen en verhuisden ze naar Engeland. Nijinsky lag bijna alleen nog maar in bed. Hij snakte naar aandacht en liet zich het liefst als een klein kind verzorgen. Romola was altijd in de buurt maar verder kreeg hij zelden bezoek. In april 1950 schrok hij wakker, riep: 'Mamasha', (zijn koosnaam voor zijn moeder) en stierf. Hij was 61 jaar oud. Hij werd in Engeland begraven, maar later in 1953, deed de danser Serge Lifar, een ex-vriend van Diaghilev, er alles aan om Nijinsky in Parijs begraven te krijgen, de stad waar hij zijn gelukkigste en meest succesvolle jaren doorbracht.

Nog steeds liggen er regelmatig verse bloemen op het graf op het kerkhof van Montmartre.

In 1980 werd er door Herbert Ross een film gemaakt over het leven van Nijinsky. Diaghilev werd schitterend gespeeld door Alan Bates, en George de la Pena speelde Nijinsky, hetgeen een bijzondere ervaring voor hem was.
"Ik raakte steeds meer verweven met Nijinsky, werd net zo weinig spraakzaam, en werd steeds afhankelijker van Bates, die Diaghilev speelde. Ik kreeg kracht en energie van hem, er was een ernom sterke band tussen ons."
Als extra bijzonderheid werd de dansleraar
Cecchetti gespeeld door Anton Dolin, een van Diaghilevs dansers en minnaars. De gelijkenis was opvallend! Maar ook die tussen Bates en Diaghilev: zie foto.

Fokine werd overigens gespeeld door Jeremy Irons.

Deze film Nijinsky is ook op televisie geweest, net als de documentaire Gek op dans en zijn op dvd te krijgen. Mail me dan even.

Er bestaat een roman over Nijinsky en Diaghilev (het begin van hun relatie).

Varia over Nijinsky & Diaghilev kan je hier lezen

Kritische beschouwing over Nijinsky van Japin.

Er bestaan diverse boeken over Nijinsky en Diaghilev.

Dit is een samenvatting van het boek dat Romola over haar man schreef.

Bekijk ook de stamboom rond Vaslav Nijinsky 

Over het seizoen Nijinsky in Londen

Lees: Bezoek aan het verleden (in de voetstappen van Nijinsky )

Biografie van Olga Spessivtzeva door Anton Dolin

 

Klik hier als u geen frames ziet