De familie Keijlard – Wim (oorlog)
Zijn ouders Jeugd Verkering
Gezin Oorlog Kamp Na de oorlog
(jan
2020) Terug naar Mijn Stambomen
In oktober 1942 kwam het bericht dat ze naar een beschermde
wijk moesten verhuizen. Dat was in de Nieuwelaan in de Kramatwijk.
Ook mevrouw Limborg en Kok woonden daar. In de wijk
was nog dagelijks een pasar (markt) waar inkopen gedaan konden worden. Dochter Willie
kreeg een nierontsteking en dokter Colet zei dat ze sinaasappelen moest eten.
Die waren er niet op de pasar, maar de groentevrouw zou iets regelen en bij het
prikkeldraad ’s avonds kon Cor het fruit kopen, zodat Willie na enkele weken
weer beter was.
Naast ons woonden Gaby, de vrouw van Willy Keijlard, met
haar kinderen Inge van drie en baby Dirk. Willie mocht helpen hem in bad doen
of met hem wandelen. Voor al haar hulp kreeg ze een echte parel, die ze de hele
oorlog bewaarde en later in een ring liet plaatsen.
In mei 1943 moesten Cor en de kinderen naar de Tjidengwijk, ze mochten enkel handbagage meenemen in de betja’s. Ze werden ingedeeld op de Moesiweg
7, Jet Sonneveldt woonde daar ook met drie kinderen,
evenals de familie Mosman. Omdat het erg benauwd was,
hakten ze een gat in de muur, zodat ze een eigen ‘deur’ hadden.
Zoon Bob (14) moest met alle jongens van zijn leeftijd in
een huis bij de poort slapen.
Het eten kwam van een gaarkeuken, er was tweemaal per dag appčl en dan moesten ze buigen. Er stonden duizenden vrouwen en kinderen in blokken van honderd en de hoofdleidster, de Hanjo, liep met Sonei, de kampcommandant langs om te controleren.
Willie kreeg een blindedarmontsteking en werd geopereerd door dokter Redingius.
Later moest het gezin verhuizen naar de Ampasietweg B16, waar ook de familie Budde woonde, ze kenden elkaar nog uit Pladju. Ook mevrouw Tienstra woonde er met drie kinderen, en mevrouw Jansen met haar dochter.
Toen mevrouw Budde
stierf, nam Cor haar dochtertje onder haar hoede. Vele jaren later kwamen ze
elkaar weer tegen op een Tjideng-reünie.
Willie schreef later haar herinneringen op aan Tjideng,
die zijn hier
te lezen.
Ook bezocht zij later het kamp.
Moesi weg
Ampasietweg
Wim was ondertussen op transport gesteld, vanuit Batavia
via de haven naar Singapore. Daar verbleef hij tot begin 1943. Toen gingen ze in
ijzeren wagons, waarin het ondraaglijk heet was, naar Prah.
Daar moesten ze op een Japanse boot, die
in de Golf van Martaban gebombardeerd werd. Ze overleefden dit ternauwernood.
Met de trein ging de reis verder door Burma, naar Tambian
Sajad, het laatste treinstation.
Eind 1943 ging het door naar Bangkok.
Vlak na de oorlog nam Wim een oude Remington
typemachine en schreef hij alles op wat hij zich nog herinnerde, compleet met
de vele namen van mannen die hij tegen was gekomen en/of was verloren.
Lees hiervoor: Verslag van een
krijgsgevangenschap
Vervolg: Na de oorlog